Beleidsnota

Eind november stelde Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns zijn twee beleidsnota’s voor. De nota’s geven een inzicht van de drijfveren achter de beleidsbeslissingen en concrete acties die in deze legislatuur zullen volgen en dit in uitvoering van het Vlaams Regeerakkoord. De lezer kan de beide beleidsnota’s raadplegen op onze website.

In de beleidsnota Landbouw wordt de Europese Unie als eerste en belangrijkste hefboom van het Vlaamse beleid voor de landbouwsector benoemd. In uitvoering van de Europese regelgeving kan het lokale beleid eigen accenten leggen zoals het bewaken van de eerlijke concurrentie en de aanpak van de administratieve lasten. Er wordt een actieplan opgesteld om de regeldrift en overbodige administratieve lasten aan te pakken. Het is inherent aan de primaire sector dat deze met diverse en talrijke domeinen tegelijk in aanraking komen. Een uniek landbouwloket gebaseerd op het ‘only once’-principe wordt in de steigers gezet.

De klimaatuitdaging is voor de Vlaamse landbouw een opportuniteit om aan te tonen dat ze een deel van de oplossing kan zijn en er zelfs een winstmodel zou kunnen uit puren zoals met carbon farming mogelijk is.

Er wordt ingezet op duurzame bedrijfsstrategieën en verdienmodellen, en worden ondernemerschap en samenwerking in de keten gestimuleerd.

De belemmeringen voor jonge landbouwers worden geïnventariseerd. Een actieplan, ook ten voordele van de niet-jonge landbouwers wordt opgezet om de obstakels te verminderen op terreinen waar de overheid invloed heeft.

De communicatie met de consument wordt verder uitgediept. Niet enkel door de actoren op de marktplaats doch er wordt ook enige verantwoordelijkheid gelegd bij de individuele agrarische ondernemer.

Grond als productiefactor is een cruciaal en een gevoelig thema binnen het landbouwbeleid. De verbetering van de toegang tot grond en het tegengaan van speculaties worden onderzocht.

De verschillende actoren op het platteland worden betrokken bij een geïntegreerde gebiedswerking met aandacht voor landbouw, natuur, klimaatmitigatie- en adaptatie, waterberging en ook recreatie en ontspanning.

Om de doelen van de Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn zo snel als mogelijk te halen, zal een gefaseerde aanpak voorop gesteld worden met ambities voor meerdere planperiodes, in balans met de economie en samenleving

Om tegen 2050 een gezonde bodem te garanderen, zal er ook ingezet worden op bodemmonitoring en toegankelijke bodeminformatie, en zal duurzaam en regeneratief bodembeheer bevorderd worden.

Tot slot zal MAP7 tegen 2025 ingevoerd worden. Daarbij zal het instrument dat het nitraatresidu meet, belangrijk voor landbouwers die een vrijstelling willen aanvragen van bepaalde gebiedsgerichte maatregelen, aangepast worden. Zo zal het staalnameprotocol worden aangepast zodat de meetzekerheid sterk verhoogt, en zullen er enkel nog bedrijfsevaluaties uitgevoerd worden.