het geld groeit niet op onze rug

Quasi gelijkertijd kwamen de Vlaamse Minister van Natuur Koen Van den Heuvel en de Vlaamse Minister voor dierenwelzijn hun respectievelijke bestedingen wereldkundig maken.

De Vlaamse Minister van Natuur wenst het budget om natuurgebieden aan te kopen eenmalig te verhogen met 2,5 miljoen euro. Zo kan Natuurpunt verschillende topnatuurgebieden verder uitbouwen. De vrijgemaakte 2,5 miljoen komt bovenop de jaarlijkse middelen van 6 miljoen euro voor de aankoop van natuurgebieden. Met deze extra injectie kan Natuurpunt zo’n bijkomende 150 hectare aankopen.

Twee dingen:

Ten eerste denken wij niet dat het wisselen van eigenaar automatisch impliceert dat de natuurmilieudoelstellingen worden gerealiseerd. Zie hoe het draagvlak van natuurpunt afkalft bij de omwonenden en andere gebruikers van de natuur (herders).

Ten tweede, Natuurpunt is een zwaar gesubsidieerde drukkingsgroep die dankzij de subsidiëring een grootgrondbezitter is geworden met de inherente karaktertrekken.

Vlaams Minister van dierenwelzijn, Ben Weyts heeft aangekondigd dat hij 3 miljoen euro gaat vrijmaken om 25 veeartsen aan te stellen om in de slachthuizen het dierenwelzijn te controleren. Slachthuizen worden nu al gecontroleerd door inspecteurs-dierenartsen van het federaal voedselagentschap FAVV waarvan dierenwelzijn deel uitmaakt van het takenpakket.

Met een ministerportefeuille als dierenwelzijn, scoor je als politieker altijd.

Ware het niet eenvoudiger en goedkoper geweest indien een resultaatsgericht overleg zou hebben plaats gevonden met het FAVV om de deeltaak “dierenwelzijn” te accentueren?

Quasi gelijkertijd wordt 5,5 miljoen uitgegeven om doelen te bereiken die via regelgeving en constructief overleg ook kunnen bereikt worden.

En dit terwijl de fruittelers en de veehouders worstelen met liquiditeitsproblemen, dit terwijl de landbouwers en tuinders met argusogen de vochttoestand van de bodem volgen, dit terwijl tienduizenden mensen op een wachtlijst staan in de zorg.

De noden liggen elders.

De politiek pakt dezer dagen graag uit met de “hard werkende Vlaming”.

Die “hard werkende en bedrogen voelende Vlaming” zou ook wel eens hard kunnen uitpakken.