PROFESSIONEEL DE NEK OMWRINGEN

Wanneer we schrijven dat MAP6 een hindernissenparcours aflegt, trappen we een open deur in.

Om even te herinneren, het oorspronkelijke MAP6 was het resultaat van intensief overleg, waarbij een wankel evenwicht werd nagestreefd tussen de belangen van de agrarische ondernemers, de invloed van de industriële landbouw en de milieudoelstellingen.

Een van onze stokpaardjes was de erkenning van stalmest als bodemverbeteraar.

Dit resulteerde in volgende regelgeving (publicatie 22 mei 2019)

Stimuleren van het gebruik van stalmest

Voor bedrijven met percelen in fosfaatklasse I en II geldt dat de P voor 50% wordt meegeteld voor stalmest en compost bij gebruik op deze percelen. Om stalmest verder te stimuleren wordt deze maatregel ook van toepassing voor percelen in fosfaatklasse III en IV voor biologische landbouwbedrijven en niet-biologische bedrijven die circulair werken met stalmest (d.w.z. dat minstens 90% van hun dierlijke productie uit stalmest bestaat en dat ze minstens 90% van hun dierlijke productie op eigen gronden gebruiken).

In het Staatsblad van 30/07/2019 verschijnt volgende tekst: “Een circulair stalmestbedrijf als vermeld in het tweede lid is hetzij een bedrijf waarvan de dierlijke mestproductie, uitgedrukt in kg P2O5, voor minimaal 90% uit stalmest bestaat en waar minimaal 90% van de geproduceerde stalmest, uitgedrukt in kg P2O5, op de tot het bedrijf behorende landbouwgronden opgebracht wordt, …

Ziet u het verschil?

De meeste veebedrijven die werken met stalmest kunnen niet voldoen aan deze regelgeving, of vraagt men om alle runderen op stal te houden.

De intentie om het gebruik van stalmest te stimuleren, ten gunste van milieu, klimaat en bodem is professioneel de nek omgewrongen.

Of hoe de Overheid haar eigen doelstellingen tegenwerkt.

We hebben de bevoegde Minister professioneel geïnformeerd, vanuit de praktijk, vanuit uw agrarisch ondernemerschap.