Stikstof vereist een pragmatische aanpak

Op 25 februari vernietigde de Raad voor Vergunningsbetwistingen de omgevingsvergunning van een bedrijf gelegen in de buurt van een speciale beschermingszone (SBZ). De impactscore volgens de gekende tools was lager dan 5%. Volgens de Raad voor Vergunningsbetwistingen werd onvoldoende onderzocht of de veehouderij een risico op aanzienlijke gevolgen heeft voor de speciale beschermingszone. Ze stelt dat de verwijzing naar de drempelwaarde niet voldoende is om betekenisvolle effecten op de nabijgelegen natuur uit te sluiten.

De gevolgen van de uitspraak zijn groot.

Om de impactscore van de stikstofemissies van een bedrijf te berekenen aan de hand van het significantiekader werd gebruik gemaakt van online tools. De Overheid heeft deze tools van het net gehaald wat de facto betekent dat er momenteel een “tijdelijke” vergunningstop is ingevoerd.

Immers dienen vergunningsaanvragen met een mogelijke stikstofdepositie op een SBZ vervolledigd worden met een passende beoordeling. De passende beoordeling is aanvulling bij de omgevingsvergunningsaanvraag waar aangetoond wordt dat er geen significante gevolgen zijn op de speciale beschermingszone. Het arrest vermeldt dat de huidige procedure geen rekening houdt met de cumulatieve gevolgen van andere projecten. Meerdere beperkte deposities kunnen bijdragen tot een niet verwaarloosbaar cumulatief effect.

Het voortoetsrapport, een bijlage van een omgevingsvergunninsgaanvraag, vermeldt het volgende: Dit rapport geeft ook alleen de project-eigen effecten weer. Cumulatieve effecten werden niet rekening gebracht en zijn onderwerp van een mogelijke passende beoordeling.

En nu ?

Het is onze bekommernis dat het dossier vrank en vrij zou kunnen behandeld worden. Er doen zich nu reeds enkele rimpelingen voor in het debat wat weinig goeds voorspeld.

Wordt dit het zoveelste symbooldossier, waar de scalp belangrijker is dan de gevolgen?

We weten dat de industriële veehouderij, varkens en kippen, het best gepositioneerd is om de nodige aanpassingen en investeringen te verrichten om de despositie te verkleinen. Deze inspanning vraagt veel kapitaal, kapitaal die voorhanden is bij het agro-businesscomplex en afschrijfbaar wordt over zoveel mogelijk “pootjes”.

Of hoe de speciale beschermingszones de groei van de agro-industriële veebedrijven bevordert en de uitstap van autonome veebedrijven in de hand werkt.

De rundveehouderijen, met de specifieke kenmerken inzake stallenbouw en bedrijfsvoering (beweiding) kunnen met de huidige technieken niet voldoen aan de normen. Zowel gangbaar als bio kunnen zo geslachtofferd worden aan de industriële bedrijfsvoering.

Je kan discussiëren over de import van stikstof uit het grote buitenland, je kan ook discussiëren over hoe aannames, wellicht deels op wetenschappelijke basis, als onomkeerbare feiten worden neergezet.

Een welles nietes spelletje op de rails.

Het zal voor de politiek en het beleid moeilijk worden om het dossier pragmatisch aan te pakken.

Nochtans zal dit noodzakelijk zijn om de nodige rechtszekerheid te bieden aan de autonome agrarische ondernemers. Agrarische ondernemers die de nodige fondsen ontberen om met een batterij aan milieu-juristen en dure gespecialiseerde studiebureaus de omgevingsvergunning te verwerven.