Bio, traag maar gestaag

Het rapport biologische landbouw in 2021 is gepubliceerd.

In 2021 telde Vlaanderen 621 biologische landbouwbedrijven, een toename met 5%.

Er waren 67 nieuwe bio-agrarische ondernemingen. 46 van de 67 nieuwe bio-agrarische ondernemingen richtten zich op de biologische groenteteelt, fruitteelt of akkerbouw. In West-Vlaanderen bevinden zich de meeste bio-agrarische ondernemingen (154). In Vlaams-Brabant treffen we het hoogste aandeel bio-agrarische ondernemingen (4,4%) aan.

De bio-oppervlakte bedroeg in 2021 9.823 hectare (+ 8%) en maakte hiermee ongeveer 1,6% uit van het totale Vlaamse landbouwareaal. Een kwart van het biologisch areaal is in omschakeling naar bio. De grootste toename aan bio-oppervlakte werd gerealiseerd in West-Vlaanderen (+16%), Limburg blijft de provincie met het hoogste aandeel bioareaal (2%). Voedergewassen en groenbedekkers waren de sterkst groeiende teeltgroep, gevolgd door aardappelen, groenten en kruiden.

31% van de Vlaamse bio-agrarische ondernemingen hadden dieren op het bedrijf die onder biocontrole staan. Net als in 2020 steeg vooral het aantal biovarkens en biogeiten, maar ook het biologisch pluimvee nam stevig toe. De totale biologische veestapel groeide met 12%.
In 2021 stegen de totale biobestedingen in Vlaanderen tot 399 miljoen euro. Dat is 7% hoger dan in 2020, waardoor de groei zelfs sterker is dan het nationaal gemiddelde. Het marktaandeel van bioproducten nam toe van 2,2 naar 2,4% en de Vlaming spendeerde gemiddeld 63 euro aan bioproducten. Het marktaandeel van biologische verse voeding groeide van 2,8 naar 3,4%. Bio-eieren zijn het populairst met een aandeel van bijna 13%. In 2021 waren biologische versproducten gemiddeld 41% duurder dan hun gangbare variant, maar het prijsverschil wordt kleiner.

Het aantal Vlaamse biokopers is dus gestabiliseerd. Gezinnen met kinderen met een beperkt inkomen hadden het laagste aandeel bioaankopen, maar zij zijn aan een inhaalbeweging begonnen. De welgestelde gezinnen met kinderen en welgestelde gepensioneerden blijven de belangrijkste groep van biokopers.

De klassieke supermarkt bleef het grootste biokanaal, gevolgd door het gespecialiseerde verkoopkanaal. De hoevewinkel en de boerenmarkt zijn nog steeds de kanalen met het hoogste aandeel aan bioproducten in hun assortiment. Een kwart van de producten die er verkocht worden, is van biologische oorsprong.

Ondanks de Overheidssteun en stimuli is de groei traag. In de huidige context is waarschijnlijk trage groei de duurzaamste groei. Uit het voorwoord van het rapport lezen we tussen de lijnen een aantal bedreigingen voor de sector. Evenals de gangbare landbouw wordt ook de bio-sector geconfronteerd met de negatieve gevolgen van het PAS-akkoord op de veestapel, het grondgebruik en de invulling van de NER.

Naar afzet toe is het aantal bio-kopers gestabiliseerd. In de huidige economische context krijgen ook “welstellende” rake klappen wat eens zou kunnen vertaald worden in een gewijzigd aankoopgedrag.

44 bio-agrarische ondernemingen hebben hun bioproductie stopgezet. Wanneer we de juiste redenen kennen en eruit willen leren is verdere gestage groei mogelijk.

Later wordt het rapport verfijnder geanalyseerd.