26 nov Goed begonnen is half gewonnen
Tijdens gesprekken over de bedrijfsvoering en de “fin de carrière” welk zich ooit aandient, is het citaat “stoppen is moeilijker dan starten” schering en inslag. Hoogstwaarschijnlijk is de boutade terecht.
Stoppen gaat niet gepaard met dromen, denken, durven en doen. Stoppen gaat gepaard met kopzorgen omwille van een billijke verdeling, financiële belangen en afstand van macht. De psychologische impact bij het stoppen is een belangrijke factor waarmee terdege rekening dient gehouden te worden bij de begeleiding van overdrachten.
Een bedrijfsoverdracht binnen familieverband is een unieke gebeurtenis waarvan eventuele negatieve aspecten over de generaties heen blijven nazinderen.
Daarom is het superbelangrijk de nodige tijd te nemen om de overdracht voor te bereiden.
Neem de tijd om alle informatie over het bedrijf te verzamelen. Gebruik de tijd om de gevoeligheden van de actief en passief betrokken partijen te ontdekken.
Gedurende deze periode mag je vallen en opstaan, zaken herberekenen, afspraken heroriënteren, bijkomende opinies vragen op voorwaarde dat de transitie transparant wordt voorbereid en uitgevoerd. Vermeende afspraken en verdoken agenda’s zijn het vergif binnen het transitiegebeuren. Stel een degelijk ondernemingsplan (welk zijn de doelstellingen en hoe kan ik deze bereiken) en financieel plan (hoe ga ik dit betalen en wat hou ik over) op. Stel sluitende contracten op (versterk je rechten).
Laat je als toekomstige agrarische ondernemer niet overklassen door de term “leefbaar bedrijf”.
Ga voor een succesvol agro-economisch verhaal. Avontuurlijk, ja! Uitdagend, ja! Winstgevend, ja!
Tijden veranderen en de verandering gaat steeds sneller. Een juiste inschatting maken van het statuut voor het “toekomstig” bedrijf voorkomt builen en blutsen.
Het VAC heeft zich sterk gepositioneerd als betrouwbare partner en adviseur in een transitieproces.
Betrouwbaar omdat het VAC transparantie en neutraliteit sterk benadrukt.
Het VAC gaat, naast de psychologie, uit van de waardering van het bedrijf, de economische realiteit en de billijke verdeling van het vermogen.
Dit alles wordt gekoppeld aan de bestaande “agro”-regelgeving en de VLIF-steunvoorwaarden.