15 okt Wanneer hoofdkaas de hoofdzaak wordt …
De schrijver dezes is danig gevleid over de spitsvondigheid van de titel van dit hoofdartikel dat hij nu geconfronteerd wordt met een writersblock.
Een niemendalletje in verhouding tot de miserie waarin de varkenshouders zijn beland.
We schrijven met gêne doch bewust “beland”. Inderdaad, de bodem is bereikt.
De weg ernaartoe was voorspelbaar. In de marge werden er conferenties over en met de varkenssector georganiseerd. Het waren praatbarakken en ventilatieluiken met als resultaat een vierkleurenfolder ten dienste van de politieke recuperatie.
Milieunormen, productienormen, dierenwelzijn en andere voorwaarden stuwden de varkenshouders naar uitbreiding om alleszins de structurele kosten te kunnen bijbenen. Wanneer een radertje in de keten hapert, de export, de energieprijzen, de voerprijzen is het verlies bij de producent gigantisch.
Naar Comeos argumenteert is er een zelfvoorzienigheidsgraad van 240% en een export van 75% van de productie.
Het fameuze ketenoverleg doet de verwachtingen ontstaan dat er “Moeder Teresa’s” deel uitmaken van de keten.
De keten is een ketting waarin ieder lid meerwaarde creëert ten laste en niet ten koste van de andere leden. Helaas is in die optiek de producent het enige lid die noodzakelijk is (ten koste) en die geen meerwaarde kan creëren (ten laste). Een keihard economisch feit.
Zijn er oplossingen zonder schade mogelijk? Nee.
Remedies die kunnen leiden tot een verbetering van de situatie zijn wel mogelijk. Een resem voorstellen zijn de revue gepasseerd.
Koude sanering, warme sanering, verhoogde inspanningen van de Vlam, licenties om te produceren enz…
We zien het als onze plicht om te waken dat de remedies rechtstreeks en onrechtstreeks ten gunste zijn van de varkenshouder.
De Vlaming oproepen om meer varkensoren en -poten te eten, kunnen we moeilijk een remedie noemen.